De basis voor deze luidsprekerkabels is standaard CAT-5 solid UTP netwerkkabel. Dit is vrijwel overal van een redelijk goede kwaliteit te krijgen en niet duur. Gebruik het liefst een variant met aderisolatie die PVC-vrij is, zoals poly-olefin of polypropyleen. Het chloor in het PVC schijnt namelijk op den duur het koper aan te tasten. Het hier toegepaste principe van meerdere parallel geschakelde, onderling geïsoleerde geleiders wordt door verschillende fabrikanten in de audio-wereld al langer toegepast, zoals Monster, Nordost en Supra (deze fabrikant gebruikt i.p.v. kunststof een laagje tin als isolator). Meestal wordt voor luidsprekerkabels geslagen draad gebruikt, waarbij één ader bestaat uit meerdere samengedraaide geleiders. Binnen deze ader kunnen de elektronen van geleider naar geleider overspringen, waarbij een kleine drempelspanning overwonnen moet worden. Deze stap-spanningen kunnen een verlies in micro-detail en resolutie veroorzaken. Bij zeer fijnaderige kabel, zoals die vaak als 'OFC met 2048 of nog meer geleiders' wordt aangeboden, is dit effect nog sterker. Dit zou kunnen verklaren waarom dit type kabel vaak wat 'zanderig' klinkt. Door onderling geïsoleerde geleiders te gebruiken wordt dit effect voorkomen. Let er op dat solid UTP voor vaste installaties wordt gebruikt en niet de stranded (geslagen) versie waar de soepele patchkabels van gemaakt zijn. Een UTP kabel bestaat uit acht aders, verdeeld over vier getwiste aderparen. Door meerdere UTP kabels parallel te schakelen en de aders samen te nemen kan eenvoudig de gewenste draaddiameter worden gemaakt. Hier zijn zes kabels gebruikt met in totaal dan 6 x 8 = 48 aders. Van elke kabel worden steeds de vier volledig gekleurde aders en de vier met de witte streep parallel gezet. Dus alle bruine, oranje, groene en blauwe aders vormen samen de ene geleider (de 'plus') en de bruin/witte, oranje/witte, groen/witte en blauw/witte aders vormen samen de andere (de 'min'). Per geleider is dat dus 24 aders. De doorsnede van elke ader is 24AWG, ofwel ongeveer 0,2mm2. De totale doorsnede van deze speakerkabel wordt dan 24 x 0,2 = 4,8mm2. Na het op lengte maken van de kabels worden ze tijdelijk bij elkaar gehouden met kabelbinders. Dan worden aan één zijde de uiteinden ontdaan van de mantel en kunnen de gekleurde en gestreepte aders worden gesorteerd. Nu kan de aderisolatie worden gestript en kunnen de uiteinden in elkaar worden gedraaid. Als de twee aders die nu zijn ontstaan op gelijke lengte zijn geknipt kunnen ze gesoldeerd worden. In dit geval zijn 4mm banaanstekkers gebruikt waar de 24 aders precies in passen. Met een ruime hoeveelheid tin en veel warmte is dat goed te doen. De aders worden afgewerkt met rode en zwarte krimpkous, waarna de stekkerhuls eromheen wordt geschoven. De kabel zelf wordt over de hele lengte voorzien van een zwarte nylon mantel of sleeve, die aan beide zijden met een stuk krimpkous wordt vastgezet. Vóór het omschuiven van de sleeve worden de kabelbinders verwijderd, behalve de eerste. Houdt tijdens het omschuiven de kabels uit elkaar, zodat ze naast elkaar komen te liggen en niet om elkaar heen gaan draaien. Zo komt het geheel strak in de sleeve te zitten. Als dit gedaan is, verwijder dan de kabelbinder aan de eerste kant en werk de sleeve af met krimpkous. Trek de sleeve nog één keer strak en zet deze aan de andere kant vast met een kabelbinder. Nu kan deze zijde worden afgemonteerd. Als de aders hier ook zijn samengedraaid, kan met een multimeter gecontroleerd worden of er geen sluiting is tussen de beide aansluitingen, om er zeker van te zijn dat alle 48 aders goed gesorteerd zijn. |